Van 100% zuivere scheerwol worden een hippe muts en bijpassende sjaal in een harmonieus patroon gehaakt.
Het volgende materiaal is nodig:
Maat:
Muts: hoofdomtrek ca. 54 cm - 57 cm
Sjaal: ca. 170 cm x 22 cm
Verbruik:
Muts: ca. 150 g
Sjaal: ca. 400 g
Naalddikte:
7,0 – 8,0
Muster:
Elke rd. begint met 3 LM als vervanger voor het 1e stk. of 2 LS als vervanging voor de 1e vaste steek en eindigt met een HV in de 3e c.q. 2e begin-LS.
Trosstokjes: 3 (bijeen) door lussen gehaalde stokjes in een insteekplaats
Stekenproef:
(Tros-stokjes gehaakt): 24 st x 6 R (Rd.) = 10 cm x 10 cm
De muts wordt in Rd. van boven naar beneden gehaakt.
De 1e – 7e Rd. met naald 7,0, de 8e – 15e Rd. met naald 8,0, daarna de muts met naald 7,0 voltooien. 5 LM met 1 HV tot een ring sluiten en verder in Rd. stk. haken.
1e Rd.: 12 stk. in de LM-ring haken
2e Rd.: in elk stk. van de vorige ronde 2 stk. haken (= 24 S)
3e Rd.: in elk 2. stk. van de vorige ronde 2 stk. haken (= 36 S)
4e Rd.: in elk 3. stk. van de vorige ronde 2 stk. haken (= 48 S)
5e Rd.: in elk 4. stk. van de vorige ronde 2 stk. haken (= 60 S)
6e Rd.: in elk 5. stk. van de vorige ronde 2 stk. haken (= 72 S)
7e Rd.: in elk 9. stk. van de vorige ronde 2 stk. haken (= 80 S)
8e Rd.: 2 LM, daarna in elk 2e stk. van de vorige ronde 1 tros-stk. en 1 LM haken (= 160 S = 40 tros-stk. plus 1 LM), de Rd. met 1 HV. in de 2e begin-LM sluiten.
9e – 14e Rd.: zonder meerderen als volgt haken: 2 LM, daarna steeds tussen 2 tros-stk. van de vorige ronde 1 tros-stk. en 1 LM haken, het laatste tros-stk. Tussen de laatste tros-stk. van de vorige ronde en de 2e begin-LM. de Rd. met 1 HV. in de 2e begin-LM sluiten.
15e Rd.: stk., daarbij op elk tros-stk. van de vorige ronde 1 stk. en om elke LM van de vorige ronde 1 stk. haken (= 80 S)
16e Rd.: elke 9e en 10e stk. samen door een lus halen (= 72 S)
17e Rd.: v., daarbij elke 7e en 8e v. samen door een lus halen (= 63 S)
18e – 22e Rd.: v.
Daarna de mutsrand met 1 Rd. kreeftsteken omhaken.
(Haaknaald 8,0) 43 LM opzetten en in de 4e LM van de naald uit het 1e tros-stk. en 1 LM haken. Verder in elke 3 LM 1 tros-stk. en 1 LM haken, eindigen met 1 tros-stk. en 3 keerlosse-steken. 2e R: steeds het 2 tros-stk. van de vorige rij 1 tros-stk. en 1 LM haken, eindigen met 1 tros-stk. en 3 keerlosse-steken tussen het laatste tros-stk. van de vorige rij en de 3 keerlosse-steken (= 14 tros-stk.) De 2e R steeds herhalen en na ca. 170 cm de sjaal beëindigen, daarbij na het laatste tros-stk. maar 1 LM haken.
... zijn eigenlijk onvoltooide stokjes:
Er wordt zoals bij de gebruikelijke stokjes met een omslag begonnen, daarna 2 lussen door een lus halen (er blijven nog 2 st op de naald), omslag, draad halen en weer 2 lussen doos een lus halen. Herhaal deze werkwijze zo vaak als nodig is. Voor elk trosstokje blijft een extra lus op de naald. Met de laatste omslag alle resterende lussen door de lus halen.
... zijn een mooie afsluiting voor een haakwerkje:
Kreeftsteken moeten eigenlijk achterwaarts worden gehaakt – daarbij gewoon het haakwerkje omdraaien, van voor in de volgende steek van de vorige rij steken en de draad doorhalen, er blijven dan 2 lussen op de haaknaald. Met een nieuwe omslag door de lus halen.
Volg Aduis nu - Klik hier en ontvang de nieuwste informatie op